In de natuur is H. aspera een struik of kleine boom die tot 4 m hoog wordt. De soort komt voor in een zeer uitgebreid gebied: van de Himalaya via West-, Centraal en Zuid-China tot op de eilanden Taiwan, Sumatra en Java. Ze groeit in bossen en struikgewas, op hoogten tussen 250 en 4 000 m.

Doorheen het verspreidingsgebied varieert de grootte, de vorm en de beharing van de bladeren. Zo zijn de bladeren tussen 5 en 35 cm lang en 1,5 tot 15 cm breed. De bladstelen zijn 0,5 tot 7 cm lang. De bladvorm loopt uiteen van lancetvormig tot ovaal. De onderzijde van de bladeren is weinig tot sterk behaard. McClintock baseerde haar indeling in ondersoorten vooral op die verschillen.

De typische schermvormige bloeiwijzen van H. aspera hebben een diameter die naargelang van het type varieert van 10 tot 30 cm. In het midden bevinden zich vele mauve, roze of witte fertiele bloempjes. Daaromheen is er een kroon van witte tot roze steriele bloemen met 4 sepalen. Soms zijn die sepalen gezaagd.

McClintock erkent in haar monografie 4 ondersoorten bij H. aspera. Hierna vermelden we tussen rechte haakjes ( [ ... ] ) enkele van de door haar aangehaalde synoniemen. Bovendien wees McClintock erop dat sommige herbariumspecimens die ze had onderzocht duidelijk mengvormen waren.

  • Hydrangea aspera D. Don subsp. aspera
    [ H. Kawakamii Hayata, H. villosa Rehder ]

    Meest kenmerkend: de onderzijde van het blad is donzig behaard; de bladeren zijn 2 tot 5 maal zo lang als breed; de bladstelen zijn 1 tot 5 cm lang. Subsp. aspera komt voor in de Himalaya (India, Nepal, Sikkim, Bhoetan), in bergachtige gebieden van West- en Centraal-China en in Taiwan.

    In het commerciële circuit worden deze planten dikwijls aangeduid als H. aspera Villosa Group. De vorm met bredere bladeren die bekend staat als H. Kawakamii (ook H. aspera ‘Taiwan Pink’) is afkomstig van het eiland Taiwan.

  • Hydrangea aspera D. Don subsp. strigosa (Rehder) McClintock
    [ H. strigosa Rehder, H. aspera D. Don var. macrophylla Hemsley ]

    Meest kenmerkend: de onderzijde van het blad is bedekt met stijf aangedrukte haren; de bladeren zijn 2 tot 5 maal zo lang als breed, of nog smaller; de bladstelen zijn 1 tot 5 cm lang. Subsp. strigosa komt voor in Nepal, in bergachtige gebieden van West- tot Oost-China, in Myanmar en in Taiwan.

    De plant die in het commerciële circuit “H. aspera var. macrophylla” wordt genoemd, is mogelijk niet die welke door McClintock als synoniem voor subsp. strigosa werd aangeduid. De onderzijde van de bladeren is namelijk donzig eerder dan bedekt met stijf aangedrukte haren. Daarmee gelijkt ze eerder op H. aspera subsp. sargentiana, maar dan zonder de typische trichomen. Het kan dus een mengvorm zijn.

  • Hydrangea aspera D. Don subsp. robusta (Hooker f. & Thomson) McClintock
    [ H. robusta Hooker f. & Thomson, H. longipes Franchet ]

    Meest kenmerkend: de onderzijde van het blad is bedekt met stijf aangedrukte haren; de bladeren zijn minder dan 2 maal zo lang als breed; de bladstelen zijn 5 tot 17 cm lang. Subsp. robusta komt voor in de Himalaya (India, Sikkim, Bhoetan) in Bangladesh, West- en Centraal-China en in Taiwan.

  • Hydrangea aspera D. Don subsp. sargentiana (Rehder) McClintock
    [ H. Sargentiana Rehder ]

    Meest kenmerkend: de stengel, de bladsteel en de nerven aan de onderzijde van het blad zijn donzig behaard en bezet met trichomen (vlezige haren) van 2 tot 5 mm lang; de bladeren zijn eivormig en minstens 15 cm lang. Subsp. sargentiana komt enkel voor in Centraal-China.

Referenties

  1. Foto rechts: Flora of China

Terug naar boven